Caribisch Netwerk brengt deze week een onderzoek naar gezondheidszorg, het ziekenhuis en het functioneren van Inspectie Gezondheidszorg op Curaçao. Vandaag deel twee in een serie van vijf artikelen.
WILLEMSTAD – Regelmatig durven gedupeerde patiënten hun klacht niet door te zetten omdat ze niet met naam genoemd durven te worden. Dat zegt oud-inspecteur-generaal Peter Fontilus. In zijn tijd bij de inspectie heeft Fontilus een hoop klachten voorbij zien komen. Niet elke klacht vindt doorgang. “Sommige mensen zijn bang voor represailles, want in het ziekenhuis zijn ze toch afhankelijk van dezelfde medische specialist”, zegt Fontilus.
Leoni Leidel-Schenk over de medische missers
Fontilus was ruim twintig jaar verbonden aan de Inspectie voor de Volksgezondheid. Hij is apotheker van oorsprong en was negen jaar inspecteur-generaal, totdat hij in 2011 met pensioen werd gestuurd door toenmalig minister van Gezondheid Jacinta Constancia.
Maanden
Het duurt maanden, in sommige gevallen zelfs jaren, voordat een klacht daadwerkelijk voor het Medische Tuchtcollege komt. Eerst moet er grondig onderzoek uitgevoerd worden, zoals het doornemen van de medische dossiers en het interviewen van behandelaars, verzorgers, familieleden en de klager zelf.
Betreft het een klacht over een zorginstelling, zoals bijvoorbeeld het St. Elisabeth Hospitaal, dan dient die eerst behandeld te worden door de klachtencommissie van het ziekenhuis of de instelling. Zo’n klachtencommissie kan besluiten de klacht zelf af te handelen of, in ernstige gevallen, door te verwijzen naar de Inspectie. “In specifieke gevallen kan de Inspectie zelf besluiten een zaak op te pakken. Dit komt vaak voor bij ernstige gevallen. Zoals een patiënt die mogelijk door de behandeling is komen te overlijden”, zegt Fontilus.
Toch zou het volgens oud-inspecteur Jan Huurman sneller kunnen. Huurman vertelt dat bij zijn komst in 2012 er behoorlijk wat klachten lagen bij de inspectie. “De klachtbehandeling was gestopt want mijn voorganger was een paar maanden daarvoor verdwenen.” Huurman zegt dat hij in ongeveer 5 maanden 20 tot 25 klachten heeft weggewerkt. “We hadden de achterstand helemaal ingelopen, terwijl we onderbezet waren.”
Onaantastbare positie
Een medisch specialist krijgt zes tot acht weken de tijd om te reageren op de schriftelijk ingediende klacht. Door de angstcultuur komt het vaak niet zover. De medische specialisten lijken hierdoor een onaantastbare positie te hebben. Op de vraag of de oud-inspecteur-generaal een of meerdere specialisten kan noemen die mogelijk als ‘gevaarlijk’ bestempeld kunnen worden, antwoordt hij dat er inderdaad specialisten zijn die vaker “brokken schijnen te maken”.
“Vanwege het niet doorzetten van klachten, is het moeilijk om een goed beeld hiervan te krijgen”,zegt Fontilus. Anonieme klachten kunnen niet behandeld worden. “Het kan ook zijn dat vanwege de aard van het specialisme, de ingreep sowieso gevaarlijker is.” Hoe meer klachten, hoe makkelijker het wordt om op te treden. “De laatste jaren is een duidelijke trend te zien dat de burger steeds mondiger is en zijn klacht behandeld wil zien”, benadrukt de oud-inspecteur-generaal.
Machtpositie
Fontilus beaamt dat medische specialisten een machtspositie hebben, ook omdat zij niet in dienst zijn van het ziekenhuis. “Het ziekenhuis kan daarom ook niet altijd adequaat optreden tegen een disfunctionerende specialist”, zegt hij. “Dit zal niet per se veranderen als de specialisten in dienst zijn van het ziekenhuis”, benadrukt Fontilus. “Een ziekenhuis valt en staat bij de specialisten.”
De oud-inspecteur-generaal heeft er moeite mee als artsen of medische instellingen bepaalde zaken niet goed van elkaar kunnen scheiden. “Het hebben van (financiële) belangen in nevenactiviteiten, kan de kwaliteit van zorg in gevaar brengen. Dit kan leiden tot onnodige, duurdere en soms zelfs gevaarlijke behandelingen, onderzoekingen en ingrepen.” Het is volgens hem om die redenen dat in de Verenigde Staten artsen die werken voor Medicare, geen belangen mogen hebben in klinisch-chemisch en/of radiodiagnostische laboratoria waar zij hun patiënten naar doorverwijzen.
Sluiting
“De kwaliteit van medische specialistische zorg is de afgelopen jaren sterk achteruitgaan en dat heeft direct te maken met de achteruitgang van het ziekenhuis. De Inspectie heeft de afgelopen jaren in diverse rapporten de vinger op de vele zere plekken gelegd, zonder enig resultaat. Jammer genoeg was (tijdelijke) sluiting nooit een acceptabele optie”, zegt Fontilus.
Hij is sceptisch over de komst van het nieuwe ziekenhuis. “Sinds de jaren 70 hebben we hier over. Ik zie het niet zo snel gebeuren dat er in 2016 een nieuw ziekenhuis staat.” Mocht het toch zo zijn, betekent dat niet dat de zorg weer op peil is. “Het personeelsbeleid en werkwijze moeten drastisch aangepast worden. Zolang niet in alles de patiënt centraal staat, heeft zelfs de bouw van een supermodern ziekenhuis geen enkel effect.”
Morgen deel drie: Gered van onnodige amputatie
Door Leoni Leidel-Schenk