PHILIPSBURG – Het eerste bezoek van Willem-Alexander en Máxima in hun functie als koning en koningin aan Sint Maarten is gladjes verlopen. De belangstelling en het enthousiasme voor het koninklijk paar viel aan het begin van de dag enigszins tegen.
Voor de openingsceremonie met de marinierskapel op het Clem Labega Plein was in de ochtenduren nauwelijks belangstelling. De Oranjefans die het volhielden bij het overheidsgebouw voor een aangekondigde zwaai scène op het balkon, beklaagden zich over het feit dat ze “anderhalf uur hadden moeten wachten voor een scène van veertig seconden.”
Naarmate de dag vorderde kwam er meer publiek op de been en werd het enthousiasme groter. Willem-Alexander en Máxima bezochten achtereenvolgens het kabinet van gouverneur Eugène Holiday, minister-president Sarah Wescot-Williams, het parlement en de ministerraad.
Een medewerker van het parlement beklaagde zich openlijk over de wijze waarop de vergaderzaal was aangekleed: “Het lijkt wel een begrafenis,” zei hij. Vervolgens stonden bezoeken aan het Milton Peters College en het Raoul Illidge Sport Complex op het programma.
Stampvol
De stemming kwam er pas goed in toen het paar een monumentenwandeling maakte door de hoofdstraat van Philipsburg waarbij de Oranjeschool, de Methodisten kerk en het gerechtsgebouw werden aangedaan. Front Street was stampvol met enthousiast publiek dat in de honderden liep. Tussen al die enthousiaste Oranjefans zaten heel wat mensen met een eigen kijk op het bezoek en op de rol van het koningshuis.
Banen scheppen
Als de koning iets zou kunnen aanpakken op St. Maarten, wat was dan het eerste dat hij van u zou moeten verbeteren? “Banen scheppen”, is het antwoord van een Jamaïcaanse vrouw die getrouwd is met een St. Maartenaar en al 25 jaar op het eiland woont. Ze draagt een effen oranje jurk en heeft een oranje haarband om. Ze begrijpt goed dat de koning hier niets in de melk te brokkelen heeft, maar “als de koning dat kon, moest hij er voor zorgen dat Nederland aan St. Maarten dezelfde rechten geeft als de Fransen hebben gedaan aan de Franse kant van het eiland, “daar hebben ze gewoon minimumloon en een uitkering als je werkloos wordt.”
Een apothekersassistente die in haar witte werktenue even is komen kijken, wil ook dat er meer werk komt. “Ik heb wel een baan, dus het hoeft niet voor mezelf, maar er is te weinig werk voor iedereen.”
Corruptie
Geraldo, een gepensioneerde havenarbeider in een net blauw hemd en met een fel oranje pen in het bovenzakje, voegt daar nog aan toe dat de migranten die op het eiland werken papieren moeten krijgen omdat door het vele illegale werk de lonen worden gedrukt. “De corruptie wordt ook in de hand gewerkt. Omdat ze illegaal zijn kunnen ze geen rechten laten gelden en om te werken moeten ze afdragen aan ronselaars”, vertelt hij. “Het zou beter zijn als de overheid dat eens aanpakte.”
Maar hij vermoedt dat daar ook het schoentje knelt. “Wie controleert onze overheid, want veel misbruik begint daar en veel onrecht wordt in stand gehouden om er zelf van te kunnen profiteren”, zo verwijt hij de lokale politici. Hij is voorstander van de Nederlandse aanwijzing om de bestuurders eens onder de loep te nemen. “Maar niet door onderzoekers die hier worden aangewezen, want dan wordt het doorgestoken kaart,” dat weet hij zeker.
Tomaten
Daar komt de koning aan met het bovenste knoopje van zijn hemd open. Hij loopt aan een kant van de straat en schudt handen, Máxima op beige hoge hakken aan de andere kant. Hallo, hoe gaat het, vraagt hij de menigte, maar de menigte joelt alleen maar van plezier. Ze verstaan toch geen Nederlands.
Een oudere man in het publiek geeft het feest nog een humoristisch en welgemeend tintje met een knipoog naar het tomaten-incident in Rusland van vorige week: “In Sint Maarten gooien we niet met tomaten. We eten ze op.”
Door Hilbert Haar en Jean Mentens