Booi: ‘Onbegrijpelijk dat het OM zich achter politieke tegenstanders schaart’
Ramoncito Booi - foto: Belkis Osepa

Ramoncito Booi – foto: Belkis Osepa

KRALENDIJK – Ramoncito Booi had nooit gedacht dat zijn politieke carrière met een rechtszaak zou eindigen. Hij komt op 25 november voor de rechter in de Zambezi-zaak.

 
De juridische turbulentie in zijn leven heeft alles met politiek te maken, zegt Booi overtuigd: “Mijn leven is kapot gemaakt.”

Belkis Osepa in gesprek met Ramoncito Booi

 
Het Zwartboek, vier jaar geleden uitgebracht door Fundashon Bon Gobernashon (Stichting Goed Bestuur) was de aanleiding voor het Zambezi onderzoek. De stichting had bewijs verzameld over corruptie onder lokale politici op Bonaire. Er is onderzoek verricht naar fraude, steekpenningen en witwaspraktijken. De voornaamste verdachten, Booi, UPB-gedeputeerde Burney El Hage en diens vrouw, verschijnen in november voor de rechter.

 
Ruim een maand geleden stond Ramoncito Booi op het podium tijdens het congres van zijn partij, de Union Patriótiko Boneriano (UPB). Hij trad officieel af als politieke leider. Nu is het afwachten op de dag dat hij moet voorkomen. Over de rechtszaak zegt Booi: “Ik weet nu niet eens meer hoe ik ertegen aan moet kijken. Het is begonnen alsof de partij, met mij aan het hoofd, de grootste boosdoener is van heel Bonaire.”

 
Politieke tegenstanders
Booi laat de beschuldigingen de revue passeren: hij zou zwart geld hebben, drugs en goud verkopen, overal ter wereld huizen en terreinen bezitten en tal van bankrekeningen hebben. “Al die dingen kloppen niet. Ik kan niet begrijpen hoe een Openbaar Ministerie (OM) zich achter politieke tegenstanders schaart.”

 
Booi is niet te spreken over de lange periode voorafgaand aan de rechtszaak. Hij merkt op dat uiteindelijk het OM met iets komt dat niet heeft opgeleverd waar het Zambezi-onderzoek is om begonnen. “Voor zo’n klein Bonaire, behoor je in drie of vier maanden een uitkomst te vinden. Iedereen die mij kent, weet hoe ik ben. Ik ben geen miljonair, nooit geweest en nooit het idee gehad om een te worden.”

 
Valsheid in geschrifte
Booi veegt de beschuldiging van valsheid in geschrifte waar de zaak nu uiteindelijk om draait zuchtend van tafel: “Ik heb een privéterrein gekocht en verkocht. Men beweert dat ik daarvoor meer geld heb gekregen dan wat bij de notaris is opgegeven. Ik heb het geld niet gekregen.”

 
Politieke positie
Booi denkt te weten hoe het komt dat hij in het Zambezi-dossier terecht is gekomen. In de politieke positie waarin hij zat kwam iedereen naar hem toe. “Je bent partijleider. Iedereen komt bij jou voor het goede of het slechte. Degene die krijgt waarvoor hij komt, of dat nu een terrein is of een vergunning, gaat blij naar huis. Niet dat hij het direct van mij krijgt, maar hij krijgt het gevoel, dat het kan. Als hij er recht op heeft, dan behoort hij het te krijgen. Niet van mij. Ik geef de lijnen, waar hij naartoe moet om het te vragen.”

 
Booi legt uit dat via procedures, de ‘structuur’ binnen de overheid zoals hij het zelf noemt, aanvragen geregeld worden. “Er is een stuk grond en tien groepen willen het. Degenen die via de structuur het beste is voor een stuk grond, zou het moeten krijgen. Die zal blij zijn. De andere negen zullen niet blij zijn. Ze beginnen met verhalen dat er meer geld op tafel is gelegd. Dat krijg je op kleine eilanden. Dat wordt naar buiten gebracht en daar boet je voor.”

 
Door Belkis Osepa