KRALENDIJK – De Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) kan vooralsnog niets doen aan de wensen van een groep hongerstakende gedetineerden.
Een aantal van hun klachten heeft betrekking op wet- en regelgeving die in Nederland gewijzigd moet worden, aldus directeur Patricia Hassell van de JICN.
Sinds maandag 24 september zijn vijf gedetineerden in hongerstaking. Op woensdag is er nog één bij gekomen. De groep drinkt wel maar weigert te eten. “De groep is gemêleerd”, zegt Hassell. Er zijn twee Curaçaoënaars, twee Bonairianen, een Peruaan en een Venezolaan.
De gedetineerden hebben klachten over het uitblijven van gratie voor buitenlanders (buitenlandse gedetineerden komen dan niet in aanmerking voor de regeling Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) – red). Ook zijn er klachten over de toepassing van de VI voor de lokale gedetineerden. En de gevangenen eisen meer recreatie en opleidingen. Het is voor de tweede keer dat gevangenen in hongerstaking zijn.
Klachten
Hassell: “Aan de klachten over de gratie voor buitenlanders en de VI kunnen we niets doen. De wetswijzigingen kunnen alleen in Nederland plaatsvinden. We zijn slechts de uitvoerders van de wet.” Hassell ontkent dat er momenteel sprake is van spanningen binnen de justitiële inrichting. Nederland is op de hoogte van de situatie.
De gevangenisdirectie erkent dat er niet genoeg te doen is in de inrichting. Vooral in het aanbod van volwasseneducatie schiet de JICN te kort. “Het is een kleine gevangenis. We hebben geen plek om alles te doen wat de gedetineerden willen”, aldus Hassell. Nu volgt minder dan de helft van de totaal negentig gedetineerden een opleiding of heeft werk of recreatie overdag om de dag volledig in te vullen. Er worden wel opleidingen aangeboden, vooral aan de jeugdige gevangenen, en intern zijn er ook werkzaamheden die uitgevoerd kunnen worden door kleinere groepen. Sommige gevangenen ronden de opleidingen succesvol af.
Protocol
De gevangenisdirectie volgt een vastgesteld protocol met richtlijnen in geval van hongerstaking. Als het nodig is zal de directie ingrijpen in het belang van de gezondheid van de gedetineerden.
Hassell benadrukt dat de directie de rechten van de gevangenen niet uit het oog verliest. Ze hebben het recht om de media te benaderen met grieven, die soms niet helemaal reëel zijn, aldus Hassell. “Ze hebben vrijheid van meningsuiting. Maar de pers moet ook waken om geen onrust te veroorzaken. Ze zijn soms het niet eens met bepaalde regels, maar het is en blijft een gevangenis. Het is een gesloten bolwerk. Niet alles kan naar buiten gebracht worden. Er zijn interne kanalen waar de gedetineerden terecht kunnen met hun klachten.”
Advocaat
Advocaat Michiel Bijkerk heeft kennis genomen van de tweede hongerstaking. Hij heeft op 16 september namens een aantal gedetineerde immigranten een verzoek ingediend voor een kort geding tegen de Nederlandse staat. Bijkerk wil dat er een einde komt aan de ongelijkheid tussen gedetineerden met of zonder de Nederlandse nationaliteit. Bijkerk: “Deze tweede hongerstaking is prematuur. Ik vind dat ze hadden moeten wachten totdat het kort geding achter de rug is. Wel moet ik erbij zeggen dat het heel vreemd is dat het zolang duurt om een datum te krijgen voor de behandeling van het geding.”
Door Belkis Osepa