Constitutioneel Hof wil weten hoe lang ‘levenslang’ is op St. Maarten
Ombudsman Arduin (links) en landsadvocaat Richard Gibson Jr. (m) volgen de uitspraak. Geheel rechts is Maritsa James-Christina, de griffier van het Constitutionele Hof. Foto Today / Leo Brown

Ombudsman Arduin (links) en landsadvocaat Richard Gibson Jr. (m) volgen de uitspraak. Geheel rechts is Maritsa James-Christina, de griffier van het Constitutionele Hof – foto: Today/Leo Brown

PHILIPSBURG – Het Constitutioneel Hof van St. Maarten heeft donderdag voor het eerst in haar bestaan een uitspraak gedaan.

Het was een tussenvonnis waarin het Hof meer informatie vroeg over de regeling voor herziening van de straf voor tot levenslang veroordeelde gedetineerden.

Het parlement haalde vorig jaar een artikel uit het ontwerp Wetboek van Strafrecht dat levenslang veroordeelden na 20 jaar recht geeft op herziening van hun straf en mogelijk vervroegde vrijlating.

De Ombudsman kaartte de zaak aan bij het Constitutionele Hof. Justice Bob Wit straalde de uitspraak via een videoverbinding vanuit Curaçao naar de rechtszaal in Philipsburg.

Het Hof verwijst naar een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Dit bepaalde, in juli in een zaak die aanhangig was gemaakt door drie Britse gedetineerden, dat levenslange gevangenisstraf in strijd is met artikel 3 van de Mensenrechten indien er geen uitzicht is op vervroegde vrijlating. In dat geval, zo redeneerden de Europese rechters, is levenslang inhumaan. Zowel de Europese Mensenrechten Conventie als de staatsregeling van St. Maarten bevat een artikel dat marteling en inhumane en vernederende behandeling van burgers verbiedt.

Het Hof wil nu weten of St. Maarten zich aan de richtlijn van het Europese Hof zal houden. Op basis van huidig recht kunnen levenslang gestraften gratie vragen. Gratie moet echter bij landsbesluit worden geregeld en deze regeling is nog niet geschreven.

Het land en de Ombudsman hebben tot 6 september de tijd om schriftelijke standpunten in te dienen, waarop zij  vervolgens tot 27 september wederzijds kunnen reageren. Het Constitutionele Hof heeft alle uitspraken over door de Ombudsman aanhangig gemaakte zaken verschoven naar 18 oktober.

Door Hilbert Haar