DEN HAAG – Nederland staat klaar om Curaçao te helpen bij het ‘uitvoeren van beleidskeuzes over olieraffinaderij Isla’. Als Curaçao daar tenminste concreet om vraagt. Dat blijkt uit antwoorden van minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties op vragen over de Isla van GroenLinks-Kamerlid Bram van Ojik.
Plasterk refereert aan de beleidsmatige hulp die Nederland in het verleden op dit gebied heeft geboden aan Curaçao, zoals juridische bijstand, het plaatsen van meetstations en het financieren van studies. Ook meldt hij dat de Nederlandse regering regelmatig gesprekken voert met de Curaçaose regering over de Isla-raffinaderij. “Nederland en Curaçao delen de zorgen met betrekking tot de milieusituatie”, staat in de antwoorden.
Verantwoordelijkheid
Van Ojik wilde weten of Nederland bereid is het lozen van giftige stoffen door de Isla te stoppen en eventueel in te grijpen. Daarop herhaalt Plasterk wederom dat Nederland niet verantwoordelijk is voor het Isla-beleid: “Het is de verantwoordelijkheid van Curaçao om het beleid aangaande de raffinaderij vorm te geven.” De minister is wel benieuwd naar het standpunt van de regering Asjes over de toekomst van de Isla. Die heeft zich nog niet uitgelaten over de plannen voor de raffinaderij. Een visie van de regering Asjes zou volgens Plasterk kunnen leiden tot een nader gesprek hierover met Curaçao.
Het openbaar maken van rapporten over de Isla is volgens Plasterk eveneens een taak van Curaçao. Van Ojik vroeg naar de mogelijkheden om dit soort rapporten in te zien.
Door Jamila Baaziz