AMSTERDAM – Samenwerken is de sleutel tot succes. Hulpverleners in Zuidoost moeten onderling meer samenwerken bij het ondersteunen van de Antilliaanse gemeenschap. Tot die conclusie komen de aanwezige hulpverleners en organisaties van de conferentie Na Kaminda (Op weg). De aanbevelingen van de conferentie moeten als leidraad dienen voor toekomstig beleid in Amsterdam.
Armoede, financiële problemen, opvoedkundige vragen, criminaliteit en taalachterstanden. Het zijn de bekende problemen van de Caribische gemeenschap in Zuidoost. Ongeveer 80 Caribische maatschappelijk werkers, jongerenwerkers, gezinsvoogden, maar ook afgevaardigden van woningcorporaties, het stadsdeel en geïnteresseerden praten vrijdag 7 juni met elkaar over hoe zij de mensen die met dit soort vraagstukken kampen succesvol vooruit kunnen helpen.
Aanbevelingen
Tijdens vier workshops over de thema’s armoede, opvoeding, zelfredzaamheid en taal en ouderbetrokkenheid zoeken de hulpverleners naar aanbevelingen voor verbeteringen. Daaruit komt ondermeer dat samenwerking en training van hulpverleners heel belangrijk is, maar ook dat meer gebruikt moet worden gemaakt van vrijwilligers. Er moet ook meer informatie komen over opvoeden. En voor jongeren is het belangrijk dat zij vanuit één organisatie begeleid worden. Voor de hulpverleners geldt dat zij de Caribische cultuur moeten kennen om op een goede manier met problemen om te kunnen gaan.
Toch lijkt ‘samenwerking’ een van de lastigste onderwerpen die ter sprake komt. Iedereen zegt wel met elkaar te willen samenwerken, maar in de praktijk blijkt dat er erg veel kleine organisaties en stichtingen zijn. Zij leggen hun ziel en zaligheid in hun werk, maar door de vele clubjes is sprake van versnippering. Dat daar winst te behalen valt blijkt wel tijdens een speeddate-sessie waar alle aanwezigen gedwongen worden kennis te maken met nieuwe mensen. De ongelukkige blikken voor de start veranderen snel in lachende gezichten. Want dat gedwongen netwerken blijkt inspirerend en leerzaam en zelfs ‘te kort’.
Slagen
“Nu er geen geld meer is voor apart Antillianenbeleid, moeten we ons nog harder inzetten om te slagen”, zegt Glenn Helberg van het Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) tijdens de opening. Voorwaarde is wel dat gemeentes en instanties middelen beschikbaar stellen om succesvol te kunnen zijn. Dat hoeft niet altijd om grote geldbedragen te gaan, maar kan ook deskundigheidsbevordering van welzijnswerkers en het trainen van vrijwilligers zijn. Wethouder Andree van Es en wethouder van Zuidoost Muriël Dalgliesh beloven met de uitkomsten van de conferentie aan de slag te gaan.
Dat de hulpverleners weten waar ze over praten is al snel duidelijk. Sommige aanwezigen hebben zelf ook ooit problemen gehad. Ze zaten in de gevangenis, werden uit hun huis gezet of zaten in de schuldsanering. Nu proberen ze anderen te helpen die slechter af zijn dan henzelf. Door hen door te verwijzen naar instanties of door zelf te helpen. “Je moet met je problemen naar buiten toe”, zegt een van hen. “En je moet niet gaan zitten wachten tot ze jou komen helpen. Je moet zelf actief meedoen.” Maar dat doet niet iedereen. Schaamte speelt daarbij een rol. Enkelen gaan daarom letterlijk van huis tot huis om te kijken of er hulp nodig is.
Actie ondernemen
De hulpverleners kunnen – zelfs met meer samenwerking – de verbeteringen niet alleen voor elkaar krijgen. Mensen met problemen moeten ook zelf actie ondernemen en om hulp durven vragen bij problemen. Het taboe moet eraf: iedereen heeft wel eens een probleem, dus het is geen schande om ondersteuning te vragen, zo redeneren de aanwezigen. Zo kunnen mensen in een eerder stadium geholpen worden zodat de situatie niet escaleert. “Ik heb zoveel problemen gehad”, zegt ervaringsdeskundige Yvette openhartig. “Maar nu heb ik een schone lei, want ik heb zelf aan de bel getrokken en actief meegewerkt om mijn problemen op te lossen.”
door: Jamila Baaziz