DEN HAAG – De regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden herinnerd aan hun recht om de Tweede Kamer ongevraagd te informeren over ontwikkelingen in hun land door de commissie Koninkrijksrelaties. De commissie neemt zich bovendien voor bij vragen vaker een verzoek om informatie te doen aan de gevolmachtigde ministers. “Het lijkt nu soms of we vooral over de landen praten in plaats van met hen”, aldus SP-Kamerlid Ronald van Raak, die het onderwerp ter sprake bracht tijdens een vergadering op 29 mei.
De Kamerleden willen zo de indruk vermijden dat de Tweede Kamer zich onnodig bemoeit met zaken waarover de landen zelf verantwoordelijk zijn. Recentelijk kwam uit meerdere hoeken kritiek op de wijze waarop zij in de Kamer spreken over de ontwikkelingen op Sint Maarten, Curaçao en – in mindere mate- Aruba. “Het initiatief tot het geven van informatie ligt wel bij voorkeur bij de landen zelf als onderdeel van de gelijkwaardige relatie”, aldus VVD-Kamerlid André Bosman. Op die manier wordt bovendien voorkomen dat er alleen aanvullende informatie gevraagd wordt over onderwerpen die in Nederland belangrijk worden gevonden.
“Het Nederlandse parlement, gaat over Nederlandse belangen. Wij zijn geen Koninkrijksparlement”, aldus Bosman. Volgens Van Raak staan in elk geval premier Mike Eman en premier Sarah-Wescot-Williams ‘welwillend’ tegenover het idee: “Het is ook geen plicht, maar een mogelijkheid die we vaker zouden moeten benutten.”
De landen hebben altijd al de mogelijkheid gehad om via een brief, gesprek of anderszins informatie te verstrekken aan de Kamer en om een gesprek aan te vragen. Daarnaast kan de Kamercommissie ook om een gesprek vragen. Maar in de praktijk gebeurt dit momenteel nauwelijks.
Twee debatten voor zomer
Voor het zomerreces eind juni begint wil de commissie nog twee debatten voeren met minister Plasterk. Op initiatief van Wassila Hachchi van D66 en Madeleine van Toorenburg (CDA) komt er een debat over kinderrechten op de eilanden naar aanleiding van de rapporten van Unicef. Het tweede debat zal gaan over onder meer de situatie op Sint Maarten en Curaçao, voorwaarden voor het verstrekken van leningen, het mogelijke bestaan van ambtsberichten waarover geen informatie is verstrekt en de voortgang rond de plannen van aanpak voor Curaçao en Sint Maarten. Hierover zal eerst nog een schriftelijke reactie van Plasterk gevraagd worden.
door: Jamila Baaziz