WILLEMSTAD – Weggestopt in de wijk Suffisant op Curaçao, staat de VSO-ZMLK Marieta Alberto, de enige voorgezet onderwijsinstelling voor zeer moeilijk lerende kinderen. Orthopedagoog en intern begeleider Angela Lachman is een jaar geleden uit Nederland gehaald om de ‘onzichtbare leerlingen’, zoals Lachman de jongeren noemt, op de kaart te zetten. Zij heeft dan ook een brandend verlangen: ze wil graag om tafel met het ministerie van Onderwijs en Sociale Zaken om een duidelijk beleid op te stellen voor deze doelgroep.
“Er moet beleid komen voor deze doelgroep, van geboorte tot aan de dood. Met de juiste begeleiding kunnen de zeer moeilijk lerende kinderen echt iets betekenen voor de maatschappij. Omdat er helaas weinig wordt omgekeken naar ze en deze groep erg beïnvloedbaar is, komen de jongeren in het criminele circuit terecht”, vertelt Lachman. “Het werken op deze school is echt speciaal, de jongeren zijn liever op school dan thuis en ze geven zoveel liefde. Daarom mogen deze leerlingen niet vergeten worden.”
Dat er beleid nodig is, kan je al direct zien aan het terrein en het gebouw waar de school is gevestigd. “Er is geen potje geld voor ons en het gebouw waar we in zitten is afgekeurd”, zegt de orthopedagoog. Na een rondleiding op het schoolterrein is het wel duidelijk dat dit een ‘vergeten’ school is. De klaslokalen zijn slecht onderhouden, de infrastructuur laat te wensen over en het lokaal waar kooklessen worden gegeven ziet er gevaarlijk uit. Er is geen gymlokaal, waardoor de leerlingen in de volle zon moeten sporten.
Zwart gat
Toch springt deze school er boven andere middelbare scholen uit: de school heeft een opkomst van 100 procent, spijbelen komt niet voor. Voor de 75 leerlingen is dit de enige dagbesteding die ze voor handen hebben. Het is zo erg, dat sommige leerlingen letterlijk in een zwart gat vallen als ze van school af zijn en regelmatig terugkomen en smeken om een dag mee te draaien. Een 23-jarige leerling zegt het fijn te vinden om naar school te komen. “We kunnen hier elkaar ontmoeten en samen leren. Ik vind het leuk om intern stage te kunnen lopen, want ik weet dat als je goed je best doet je naar de stagegroep kunt.”
Zijn 21-jarige schoolgenoot waardeert ook de kansen die zij krijgt door de school: “Ik vind het heel leuk om naar mijn stageplek te gaan, hier ben ik continue bezig met dingen en leer ook steeds nieuwe dingen. Ik weet dat het komt omdat ik mijn best heb gedaan op school en dat ik vandaag mag oefenen op mijn stageplek.”
Stage
Om toch nazorg te kunnen leveren, zorgt de school voor stageplekken. Leerlingen worden intensief begeleid tijdens hun stages, zoals fruit snijden bij de dierentuin of werken bij de afdeling ‘lost and found’ op luchthaven Hato. Alcid Rodriquez, docent bij de school en coördinator van de stagegroep van 22 leerlingen, zegt dat alle inspanningen van hem en zijn collega’s uit liefde en passie komen. “We moeten het doen met weinig middelen, zonder gepast salaris en veel onbetaalde overuren. Maar we doen het allemaal met liefde voor de kinderen.”
Nazorg
Dat nazorg nodig is blijkt uit het verhaal van een oud-leerling van de school, die vorige maand is overleden. Enkele jaren geleden won de leerling bij de Special Olympics een atletiekonderdeel op blote voeten. De school verwachtte voor haar een glansrijke toekomst, maar niets is minder waar. Het meisje werd kort daarna weer onzichtbaar en overleed, door slechte zorg en begeleiding, aan een longsteking.