DEN HAAG – Curaçao en Sint Maarten kunnen nog tot oktober 2014 hulp krijgen vanuit Nederland om hun organisatiestructuur als land op orde te krijgen. De hulp wordt geboden voor bestaande plannen van aanpak wat betreft openbaar bestuur en veiligheid. Dit blijkt uit het ‘Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties 2012’.
Het Jaarverslag, met publicatiedatum 15 mei aanstaande, biedt naast een cijfermatig overzicht van uitgaven en inkomsten ook een verslag van een aantal beleidsprioriteiten. Nederland stak in totaal ruim 430 miljoen euro in Koninkrijksrelaties. Dat geld ging vooral naar het bevorderen van de autonomie van Caribische landen in het Koninkrijk. De inkomsten bedroegen ruim 110 miljoen.
Waarborgfunctie
Uit de passage over de waarborgfunctie blijkt opnieuw de spagaat tussen Nederland en de andere Koninkrijkslanden: ‘Het beleid van het (Nederlandse) ministerie richt zich vooral op het voorkomen van toepassing van de waarborgfunctie in plaats van het daadwerkelijk toepassen daarvan. Hiermee is het beleid op het terrein van de rechtshandhaving wellicht meer te typeren als preventief en ondersteunend; hoe wordt voorkomen dat aan de waarborgfunctie daadwerkelijk invulling moet worden gegeven?’ Parlementariërs als Ronald van Raak (SP) en André Bosman (VVD) proberen al jaren van deze verantwoordelijkheid voor Nederland af te komen, maar dat staat het Statuut niet toe.
De kosten die Nederland maakt voor een gedeelde Kustwacht, Recherche Samenwerkingsteam (RST), Openbaar Ministerie en marechaussee zijn in 2012 aangewend voor het bestrijden van onder meer mensenhandel, grensoverschrijdende criminaliteit, drugsbestrijding en illegale immigratie. Ook heeft Nederland betaald voor het uitzenden van 34 rechters en officieren van justitie naar de eilanden.
Financieel toezicht
Nederland laat weten vast te houden aan de eis voor Curaçao en Sint Maarten om een sluitende begroting te hebben: ‘ […] dat Curaçao geheel wordt gehouden aan de normen uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. In de RMR zal de toereikendheid van de maatregelen van Curaçao nauwlettend worden gevolgd. Het financieel toezicht op Curaçao en ook Sint Maarten blijft onverminderd noodzakelijk’, zo staat in het Jaarverslag.
De interim-regering van Curaçao krijgt in het Jaarverslag impliciet wel een compliment voor het omgaan met de aanwijzing die het land kreeg omdat de begroting in 2012 niet sluitend was: ‘De vraagstukken zijn door de interim-regering op Curaçao volledig onderkend en er zijn serieuze inspanningen gedaan om het proces van herstel in te zetten.’
door: Jamila Baaziz