foto: Jamila Baaziz

Samenwerking op gebied van medische zorg tussen de Caribische eilanden kan alleen succesvol zijn als de betrokken landen, Curaçao en Sint Maarten, hun gezondheidszorgbeleid ‘intern enigszins op orde hebben’. Dat schrijft minister Plasterk van Koninkrijksrelaties in een brief over afspraken van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) in maart.

Omdat de ziekenhuizen van Curaçao, Sint Maarten en Aruba private instellingen zijn, kunnen de regeringen van deze landen mogelijk nauwelijks invloed uitoefenen op een eventuele wenselijke concentratie van medische specialismen, aldus de brief. De randvoorwaarden en ruimte voor de ziekenhuizen wordt bepaald door de lokale zorgverzekeringssystemen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft de ziekenhuizen op de eilanden in het verleden wel op beleidsvlak steun geboden. De hulp aan het ziekenhuis van Sint Maarten SMMC is echter gestopt vanwege bestuursproblemen.

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid vindt het – zo meldt de brief – wel ‘een goed initiatief’ dat de parlementen van het Koninkrijk samenwerking zoeken over gezondheidszorg. Ook ziet zij de plannen voor een conferentie als ‘nuttig’, maar waarschuwt zij voor te hoge verwachtingen. Schippers is bereid de plannen beleidsmatig te steunen, maar niet met middelen. ‘Dit blijft de verantwoordelijkheid van ieder land afzonderlijk, met het bijbehorende verzekeringsysteem.’

Medische uitzendingen
Voor wat betreft de medische uitzendingen moeten eerst alle landen afzonderlijk orde op zaken stellen voor er gekeken kan worden naar eventuele samenwerking, aldus de mening van het ministerie van Volksgezondheid in de brief van Plasterk. Het aantal uitzendingen en de verschillen in wetgeving maken het lastig om nu al aan kostenreductie te denken via samenwerking. Ook wat betreft het voorstel voor een basispakket generieke medicijnen spelen de verschillende wetten per land een complicerende rol.

Plasterk sluit zijn brief af door te melden dat het ontbreken van een werkgroep Geschillenbeslechting besproken gaat worden tijdens de Koninkrijksconferentie in juni op Aruba.

door: Jamila Baaziz