Internationale Vrouwendag is absoluut geen feestdag voor vrouwen binnen geüniformeerde beroepen op Curaçao. De behandeling van deze vrouwen op de werkvloer mag op papier dan wel eerlijk lijken, maar in de praktijk lijden ze nog steeds onder discriminatie, glazen plafonds en gebrek aan emancipatie.

Daarom dienen de leden van de stichting Muhé Uniformá i Armá (MUA) op deze dag een manifest en een verzoek in bij de Curaçaose minister van Justitie om de zorgwekkend ongelijke behandeling van de vrouw op de werkvloer aan te pakken. 

Geen bestaansrecht
“Het komt eigenlijk allemaal neer op een gebrek aan een genderbeleid bij de geüniformeerde beroepen”, vertelt voorzitter Casandra Martha. “Op papier hebben vrouwen dan wel gelijke rechten, maar in de praktijk is dat niet te merken. Dat werd bijvoorbeeld heel pijnlijk duidelijk toen het politiekorps een tijdje geleden nieuwe kogelwerende vesten kreeg. Daar zaten geen vesten tussen voor het vrouwelijk lichaam, met als gevolg dat de vrouwen in het korps tot op de dag van vandaag onbeschermd rondlopen.”

Geen doorgroeimogelijkheden
“42 jaar geleden is het gelukt om vrouwen ook toe te laten tot geüniformeerde beroepen, maar daar is het bij gebleven”, vertelt vice-voorzitter Yola Bitorina. “Ze zeggen dat er doorgroeimogelijkheden zijn, maar als een vrouw zwanger raakt wordt ze weggezet alsof ze een besmettelijke ziekte heeft. Voor veel functies moet je als vrouw zelfs bij aanvang een verklaring tekenen waarin je belooft niet zwanger te zullen raken. Er wordt dus eigenlijk bij aanvang al vanuit gegaan dat je als vrouw een probleem bent.”

Glazen plafond
Zelf kreeg Bitorina niet zo lang geleden te maken met een glazen plafond toen er een managementfunctie vrijkwam waar zij logischerwijs de meest geschikte kandidate voor was, maar waarvoor ze niet eens op gesprek werd uitgenodigd. In plaats daarvan staat de functie nog steeds open en wordt deels door mannelijke collega’s die korter in dienst zijn ingevuld.

Geen educatie
De secretaris van de stichting, Jessica Pinedo, werkt zelf tientallen jaren bij de immigratiedienst en zou heel graag bij willen scholen om zo hogerop te komen, maar die kans wordt haar niet geboden. “Het beroep van immigratieambtenaar werd altijd al als soft-functie binnen de geüniformeerde beroepen gezien. Goed genoeg om door vrouwen uit te laten oefenen, maar niet om in te investeren als het aankomt op scholing. Dat is zorgwekkend als je bedenkt dat de immigratiedienst de bewaking van je land is.”

Geen eerlijke kans
Over de eerlijkheid van de selectie heeft de stichting ook haar twijfels. “In de afgelopen 42 jaar zijn er niet meer dan vijf vrouwen op de academie aangenomen. En dat terwijl er veel meer aanmeldingen zijn”, aldus Martha. Waar het lage aantal precies aan ligt durft ze niet te zeggen, maar opvallend is het zeker te noemen. “Het wordt tijd dat er eens een serieus onderzoek naar komt, want nu blijven we continu in de discussie hangen dat er te weinig vrouwen geschikt worden bevonden, maar als ze niet worden toegelaten of tegen worden gewerkt dan kunnen ze natuurlijk ook nooit geschikt worden bevonden.”

Door: Natasja Gibbs