De belangen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zouden beter behartigd moeten worden door de ambassades van het Koninkrijk. Dat wil de Curaçaose parlementariër Alex Rosaria en de Arubaanse Juan David Yrausquin viel hem bij. Economische kansen stonden woensdagmiddag 6 maart centraal bij het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO).
Rosaria: “In de praktijk vertegenwoordigen de ambassades nu vaak de Nederlandse belangen. Ik zou willen dat de ambassades op een of andere manier beter beseffen dat zij ook onze belangen behartigen. En wij als landen moeten zelf proactiever zijn om hen daartoe te stimuleren.” Hij wil dat de Caribische landen inzicht krijgen in de jaarplannen van de ambassades en daarvoor punten kunnen doorgeven.
Hoewel Aruba zich de laatste tijd wel behartigt voelt door de ambassade hoopt ook Yrausquin dat dit nog beter wordt: “Hoe meer we er gebruik van maken, hoe meer het zo zal zijn.” Hij zou graag ook de mogelijkheid willen hebben om te debatteren met de minister van Buitenlandse Zaken over ‘de staat van het Koninkrijk’. “Nu kunnen wij hem niet ondervragen of moties indienen.”
Tweede Kamerlid André Bosman vindt dat idee een te grote stap. Hij wil dat de minister van Buitenlandse Zaken schriftelijk in een visie vastlegt welke verantwoordelijkheden en mogelijkheden de Koninkrijkslanden hebben inzake het buitenlandbeleid. Hij maakt zich zorgen over wie er voor de kosten opdraait voor het behartigen van specifiek Caribische belangen.
De delegaties van Aruba, Curaçao en Sint Maarten kregen uitleg van twee ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken over wat het ambassadenetwerk voor de landen kan betekenen. Op verzoek van Andin Bikker gaat uitgezocht worden of Buitenlandse Zaken de eilanden kan helpen bij het aangaan van Europese contacten via het LGO-besluit. Bikker: “Wij hebben hier onvoldoende expertise in.”
door: Jamila Baaziz