Foto: Natasja Gibbs

HAARLEM – Een groep van 15 dakloze Sint-Maartenaren in Haarlem heeft een advocaat in de arm genomen. Leandro Thomas moet ervoor zorgen dat de Sint-Maartenaren zich wél bij een Nederlandse gemeente mogen inschrijven.

De Sint-Maartenaren zijn allemaal dakloos geraakt door orkaan Irma en met een evacué-vlucht naar Nederland gekomen. Onder hen zijn ook vijf kinderen. Verschillende Nederlandse gemeenten, waaronder ook gemeente Haarlem, weigeren de Sint-Maartenaren in te schrijven.


Door Natasja Gibbs

Alleen noodopvang
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zegt ‘dat als er een noodsituatie is, zij geholpen kunnen worden met noodopvang, maar écht alleen noodopvang.’ De groep gevluchte Sint-Maartenaren wil vooral hun leven weer oppakken. “Ik wil zorg voor mijn blinde moeder en gewoon naar school”, vertelt de 21-jarige Nikita.

Bureaucratische nachtmerrie
Om je als Sint-Maartenaar in Nederland in te schrijven moet je een bewijs van uitschrijving hebben van het eiland. Maar dat is volgens de Sint-Maartenaren, gezien de situatie op het eiland, ‘gewoon niet te doen’. “Van het Sint-Maartenhuis in Den Haag kregen we een mailadres op het eiland, maar daar wordt niet op gereageerd”, vertelt Sella die samen met haar 10-jarig zoontje naar Nederland is gevlucht. “We zitten letterlijk vast in een bureaucratische nachtmerrie.”

Uitzonderingsregel
Advocaat Thomas meent dat de Nederlandse gemeenten ‘te weinig moeite doen’ om aan de situatie tegemoet te komen en zich achter een niet bestaand beleid schuilen. “Er is in de wet Basis Registratie Personen een artikel opgenomen (artikel 2.5 – lid 2 BRP) dat in een uitzonderingsregel voorziet voor mensen van Aruba, Curacao en Sint-Maarten. Gemeenten kunnen deze mensen dus niet zomaar weigeren.”

Artikel 2.5 Wet Basis Registratie Personen

  1. Inschrijving op grond van artikel 2.4 van een persoon die komt vanuit Aruba, Curaçao, Sint Maarten, of een van de openbare lichamen, vindt niet plaats, dan nadat hij een hem betreffend verhuisbericht, verstrekt door de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven, heeft overgelegd.
  2. In het geval dat anderszins blijkt dat het vertrek van de betrokken persoon is verwerkt in de basisadministratie in Aruba, Curaçao, Sint-Maarten of een van de openbare lichamen waar hij laatstelijk als ingezetene was ingeschreven, of blijkt dat betrokkene daarin niet als ingezetene was ingeschreven, kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

Bron: Nederlands Burgerlijk Wetboek