Caribisch Netwerk brengt een serie artikelen over de eilanden, vijf jaar na de Staatkundige Vernieuwing, die op 10 oktober 2010 werd voltooid. Op die datum werden de Nederlandse Antillen ontbonden en zijn Sint Maarten en Curaçao autonome landen binnen het koninkrijk geworden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn sindsdien ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland. Aruba heeft al sinds 1986 een autonome status en behoorde niet meer tot de Nederlandse Antillen.

Boodschappen op Sint Eustatius zijn bijna twee keer zo duur als in Nederland. Foto: Elisa Koek

Boodschappen op Sint Eustatius zijn bijna twee keer zo duur als in Nederland – foto: Elisa Koek

ORANJESTAD – Een brood voor zes dollar (5.36 euro) of een pond boter voor vijf dollar (4.50 euro) zijn geen abnormale bedragen op Sint Eustatius. De prijzen kunnen hoog oplopen en veel bewoners weten dat. “Aan boodschappenlijstjes doe ik niet. Ik kijk in de winkel wat te betalen is”, zegt Carli Meijer.

Een brood in Nederland kost 79 eurocent en zo zijn de meeste producten een stuk goedkoper daar dan op Sint Eustatius. Dit terwijl de laagste inkomensklasse op Statia het moet rooien met achtduizend dollar per jaar.

Caribisch Netwerk shopte in zowel Sint Eustatius als Nederland dezelfde lijst boodschappen. De 22 items bestonden voornamelijk uit basisproducten zoals brood, groenten, fruit of vis/vlees waarvan de goedkoopste variant werd gekocht. Op Sint Eustatius moest er uiteindelijk voor de hele lijst 82,08 dollar worden afgerekend, in Nederland 41,80 (40,28 euro). Dat bekent dat dezelfde lijst boodschappen op Statia bijna het dubbele kost.

Importeren
Louise Duggins is eigenaar van Duggins Supermarkt op Sint Eustatius. De supermarkt maakt deel uit van een keten van bedrijven op Statia en omliggende eilanden. Alle producten in de supermarkt worden geïmporteerd uit de Verenigde Staten. “Eens per week arriveert er een grote container vanuit Miami. Producten uit Nederland importeren is te duur en via Sint Maarten is helemaal een grap: dan betaal je je blauw.”

De enige reden waarom Duggins een container uit Miami kan laten komen, is dat ze meer winkels hebben. “Als het alleen om de supermarkt zou gaan, had ik moeten stoppen. Dat is niet vol te houden.” De meeste prijzen in de supermarkt bestaan volgens Duggins uit amper 25 procent winst. “Vooral bij koelproducten gaat er zeker 76 procent naar taxes, koeling, verpakking en vervoer. Daarbij komen nog kosten van het pand en werknemers.”

Beter nadenken wat je koopt
Voor de meeste bewoners van Statia is het dagelijks een verrassing wat ze gaan kopen. Allan Lijfack probeert gezond te eten, maar soms schiet het erbij in. “Fruit en groenten zijn duur. Het dwingt je wel om creatief te zijn, omdat je elke dag iets moet verzinnen met de betaalbare producten.”

Als Statianen op vakantie gaan, nemen ze meestal boodschappen mee terug. Pakken, blikken en andere houdbare verpakkingen gaan dan de koffer in. “Vanuit Nederland neem ik pinda’s mee of grote verpakking gerookte zalm. Zulke dingen koop ik hier nooit, dat is veel te duur”, vertelt Carli Meijer. Ondanks de hoge prijzen van boodschappen, is Meijer niet ontevreden. “Boodschappen zijn duur, maar andere dingen, zoals benzine weer redelijk goedkoop. Je moet gewoon wat beter nadenken over je aanschaf.”

Dollarisatie
Volgens Gedeputeerd Astrid Mc Kenzie-Tatem zijn de hoge prijzen te wijten aan de dollar. “Bij de transitie is besloten over te gaan op dollars, maar ik zag toen al weinig heil daarin. Terwijl Curaçao en Sint Maarten met de gulden bleven betalen, moesten wij per se naar de dollar. De prijzen zijn vervolgens hetzelfde gebleven, maar met een dollarteken ervoor.”

Een oplossing is er momenteel niet. Mc Kenzie-Tatem vertelt wel dat de regering in de toekomst meer energie en geld wil steken in lokale productie. Een komkommer op Saba of Bonaire kost maar een paar eurocent omdat het daar zelf verbouwd wordt, iets wat op Statia niet gebeurt. Of dit helpt, is de vraag. “We merken dat producten die lokaal worden geproduceerd, zoals veel vlees, en waarop geen belasting wordt geheven, toch duur zijn. Deels moet het dus ook door winkeliers worden opgelost.”

Door Elisa Koek