Raymond Begina (l) en Harm Brouwers (r) | Foto Dick Drayer

Raymond Begina (l) en Harm Brouwer (r) | Foto Dick Drayer

WILLEMSTAD – De Evaluatiecommissie Justitiële Rijkswetten is niet ingegaan op de maatschappelijk en politiek legitimiteit van de consensus Rijkswetten. Toch heeft ze haar taakstelling breder genomen dan geformuleerd door niet alleen met stakeholders, maar ook met maatschappelijk relevante organisaties te praten.

De uitkomst van de evaluatie is donderdagochtend gepresenteerd in de aula van de Universiteit van Curaçao. Belangrijkste conclusie: doorgaan met de uitvoer en implementatie van de Rijkswetten.

Presiumleden Harm Brouwer en Raymond Begina in gesprek met Dick Drayer

Rijkswet Politie
De vier Rijkswetten gaan over het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, het OM, de Politie en de Raad voor de Rechtshandhaving. Zij kwamen in 2010 tot stand toen het land Nederlandse Antillen ophield te bestaan en de nieuwe landen Curaçao, Sint Maarten en de ‘openbare lichamen’ Bonaire, Sint Eustatius en Saba werden gevormd. Afspraak was om deze na 5 jaar te evalueren. Centraal stond het functioneren van de wetten in de praktijk.

Uit het rapport blijkt dat de meeste Rijkswetten (behalve de Rijkswet Politie) nagenoeg volledig zijn geïmplementeerd. Desondanks zijn er een groot aantal aandachtspunten en twintig aanbevelingen gepresenteerd, die in overleg met de verschillende parlementen moeten leiden tot besluitvorming tijdens het Justitieel Vierlanden Overleg in december. Zo zijn er zorgen over de financiële zekerheid van het Gemeenschappelijk Hof en de Politie.

“Maar ook is een deel van bijvoorbeeld de Rijkswet Politie niet uitgevoerd omdat de politieke wil ontbrak”, zegt Harm Brouwer, lid van het presidium van de Evaluatiecommissie. “Zo is de samenwerking tussen landen via de Gemeenschappelijke Voorziening Politie niet van de grond gekomen.”

Taal en cultuur
De commissie vraagt in haar rapport bijzondere aandacht voor de positie van de Nederlandse taal binnen de rechtshandhaving. Alle wetgeving is in het Nederlands. Nederlands is echter niet de meestgesproken taal onder de bevolking. De commissie beveelt dan ook aan te onderzoeken waar binnen de rechtshandhaving het gebruik van de Nederlandse taal niet strikt noodzakelijk is. Hierdoor zouden de burgers van de betrokken eilanden meer inzicht kunnen verschaffen in hun eigen rechtssysteem.

Opzegrecht
De evaluatiecommissie spreekt zich niet uit over het opzegrecht voor de Rijkswetten. Die vraag wordt wel besproken in het rapport. Voor beide argumenten is iets te zeggen, maar de commissie vindt het toekennen ervan iets voor langere termijn. Zolang niet voldaan is aan de volledige implementatie, zijn er andere prioriteiten. De Rijkswetten zijn “niet in steen gebeiteld” en er sprake moet zijn van een perspectief van permanente staatkundige ontwikkeling. Op termijn moeten de Rijkswetten dan ook kunnen worden herzien.

Door Dick Drayer