E Juliana-03copyWILLEMSTAD – “Ik hoop dat Curaçao hem herinnert als de man die hij was: een filosoof en groot talent”, vertelt Lusette Verboom, eigenaresse van Alma Blou en goede vriend van Elis Juliana. Juliana overleed vannacht op 85-jarige leeftijd en zijn dood maakt veel los. De dichter, onderzoeker en kunstenaar schreef gedichten, korte verhalen en haiku’s en vertegenwoordigde Curaçao meerdere keren op internationale exposities met beeldhouwwerken en schilderijen.

“De laatste dagen was ik veel bij hem en bij zijn familie”, vertelt Verboom die duidelijk aangeslagen is door het verlies. “Zijn dood is moeilijk en laat een gat achter. Hij was een groot mens, maar ook simpel: hij ging met iedereen makkelijk om en stond open voor alles. Als kunstenaar was hij inspirerend, maar ook bescheiden.”


‘Hij hield niet van poespas’

Juliana’s talent bleef niet onopgemerkt. In 1973 ontving hij de Cola Debrotprijs vanwege zijn prestaties als beeldhouwer, ook werd hij geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. Vorige week nam hij op de Universiteit van de Nederlandse Antillen een eredoctoraat in ontvangst. Volgens Fred de Haas, vertaler van Juliana’s dichtbundel ‘Hé Patu/Waggeleend, had dit laatste niet gehoeven van de dichter. “Hij zat helemaal niet te wachten op een eredoctoraat. Zijn vrienden drongen er al een tijd op aan en uiteindelijk had hij zoiets van ‘laten we het dan maar doen’. Hij was te eenvoudig voor zulke dingen en hield niet van poespas.” De Haas ziet Juliana als één van de grootste Papiamentstalig dichters aller tijden. “Juliana hoort in het rijtje thuis tussen Luis Daal en Pierre Lauffer. Hij was een groot talent dat taalkundig veel bereikt heeft. Ik denk dat Juliana nog steeds wachtte op erkenning bij het grote publiek. Hij was wel bekend, maar de erkenning die hij verdiende, kreeg hij niet.”


Nationaal verlies

Lucille Berry Haseth leerde Juliana kennen in de jaren ’60 en raakte goed bevriend met hem. Ondanks de leegte die zijn dood achterlaat, voelt Haseth zich ook vereerd. “We spraken elkaar altijd vier keer week, maar de laatste keer dat ik hem zag, schrok ik omdat hij zo mager was geworden. Ik ben blij dat hij nu niet meer hoeft te lijden, maar hij zijn dood is een nationaal verlies. Hij was voor mij een vriend en een leraar die mij heeft geholpen met het schrijven van mooie stukken. Hij kon op een unieke manier kritiek geven zonder iemand te kwetsen. Alles wat hij deed, deed hij op een kunstzinnige en mooie manier: of het gedichten waren, beeldhouwen of antropologisch onderzoek. Ik voel me gezegend dat ik zo een bijzonder persoon van dichtbij kende.”

Door Elisa Koek