Foto: Deya Mensche

WILLEMSTAD – De examenuitslagen van het schooljaar 2016-2017 op Curaçao zijn beter dan verwacht, gezien de aanpassingen die in januari 2016 zijn ingevoerd op het havo/vwo-diploma. Dat vinden de lokale schoolbesturen. In 2014 had de Nederlandse minister Jet Bussemaker met Curaçao afgesproken dat in 2016 en 2017 de diploma’s gelijkgetrokken worden met het Nederlandse niveau.

Deze aanpassingen betekenen dat een leerling nu een gemiddelde van 5,5 voor zijn algemeen examen moet hebben, met slechts één vijf voor één van de drie hoofdvakken, namelijk Engels, Nederlands en Wiskunde. Ongeveer 81 procent van de vwo-kandidaten en 64 procent van de havo-kandidaten slaagden dit schooljaar. Dit is de voorlopige uitslag na de herexamens.

“Als je de cijfers van de laatste jaren bekijkt, zie je niet meer verschil dan een paar procent”, zegt Lisette van Lamoen-Garmers, directeur van de Stichting Rooms-Katholieke Schoolbestuur, het grootste schoolbestuur op Curaçao.

Esther Padilla–Bomberg. Foto Deya Mensche

Derde aanpassing
Maar een derde aanpassing moet nog ingevoerd worden, namelijk de basis-rekentest voor havo, vwo en misschien vsbo. Esther Padilla-Bomberg, hoofd van de ETE, het expertisecentrum voor examens van het ministerie van Onderwijs: “de test meet de basiskennis van het rekenen, dat op niveau moet blijven, aangezien dit na verloop van tijd aanzienlijk achteruit kan gaan”, legt ze uit.

Padilla-Bomberg zegt dat de toegevoegde aanpassing nog in de wet vastgelegd moet worden, maar ze voorziet dat dit over twee jaar officieel wordt ingevoerd.

“Tijdens mijn gesprekken met de schoolbesturen, is duidelijk geworden dat het percentage geslaagden niet achteruit gegaan is”, zegt Padilla-Bomberg. “Een goed eindresultaat is gebaseerd op je hele schooltraject en niet slechts een eindexamenuitslag”, benadrukt ze. Van Lamoen-Garmers vult aan: “de aanpassingen hebben een gunstige invloed hadden op het onderwijsniveau, met de garantie van een betere aansluiting op het universitaire onderwijs in Nederland en andere landen.”

‘Docent is hoofdrolspeler’
Padilla-Bomberg erkent wel dat de laatste jaren de resultaten van het havo-examen nog niet optimaal waren en er een plan moet komen dit te verbeteren. Volgens Errol Cova, voorzitter van de Stichting KPEK – die zicht richt op ontwikkeling van het onderwijs – hangt het onderwijsniveau fundamenteel af van de docent. “De docent is de hoofdrolspeler die de kwaliteit van ons onderwijs stimuleert, onderhoudt en ontwikkelt”, vindt Cova. “Zo ook het overbrengen van de strengere voorwaarden voor het havo/vwo-diploma op de leerling.”

Errol Cova in gesprek met leraren. Foto: Fundashon KPEK

Ook benadrukt de ex-docent en vakbondsman dat de overheid onderwijsbeleid voor de langere termijn moet bepalen en implementeren, die niet uitsluitend aan de Nederlandse taal is verbonden. “De jongere dient zodanig opgeleid worden dat hij/zij naast het Papiaments meer dan één taal beheerst, om zijn/haar succes in het buitenlandse gevorderde onderwijs te garanderen”, concludeert hij.