Foto: Pieter Hofmann

DEN HAAG – Er komt voorlopig geen stemrecht voor de Tweede Kamer voor mensen met een Nederlandse nationaliteit die op de eilanden wonen. De Raad van State heeft de Arubaanse advocaat Lincoln Gomez, die een testcase had aangespannen, vandaag in het ongelijk gesteld.

Meerderjarige Nederlanders uit Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben nu alleen stemrecht voor de Tweede Kamerverkiezingen als ze tien jaar of langer in Nederland gewoond hebben.

Gelijkheidsbeginsel
Volgens Gomez is daarmee het gelijkheidsbeginsel in het geding. Inwoners van Caribisch Nederland (bijzondere gemeenten van Nederland sinds 2010) hebben wel stemrecht voor de Tweede Kamer, maar toch heeft Caribisch Nederland een eigen rechtsorde, redeneert de raadsman.

De Raad van State is het daar niet mee eens, zo valt te lezen in de uitspraak.

Gomez vindt ook dat de Rijksministerraad als wetgever beschouwd moet worden, omdat de Rijksminsterraad met een algemene maatregel van Rijksbestuur steeds vaker diep ingrijpt op de rechtsorde in de Caribische landen van het Koninkrijk. Als de Rijksministerraad als wetgever zou zijn aangemerkt, zou het volgens Gomez logisch zijn als Arubaanse ingezetenen met de Nederlandse nationaliteit ook stemrecht kregen voor de Tweede Kamer.

De Raad van State werpt tegen dat de Rijksministerraad gezien de beperkte bevoegdheden geen wetgever is. Arubaanse kiezers hebben volgens de Raad voldoende mogelijkheden om hun voorkeur kenbaar te maken bij de Statenverkiezingen, ook kan de Arubaanse gevolmachtigd minister in Den Haag de besluitvorming beïnvloeden. In de praktijk kan Nederland zijn wil opleggen in de Rijksministerraad.

Koninkrijksaangelegenheden
Ook schrijft de Raad van State dat er maar weinig koninkrijksaangelegenheden zijn in vergelijking met interne aangelegenheden van het land Nederland. Het zou volgens hen daarom te ver gaan om Nederlanders uit de Caribische landen inspraak te geven voor de Tweede Kamer.

Tien jaar geleden oordeelde de Raad van State hetzelfde in een soortgelijke zaak. Sinds 10-10-’10 is er volgens Gomez en zijn partner-advocaat Andin Bikker (tevens Arubaans Statenlid) staatsrechtelijk veel veranderd, daarom hebben ze tot een nieuwe poging besloten.

‘Teleurstellend’
Het advocatenduo noemt het oordeel ‘teleurstellend’. De Raad van State is volgens de advocaten te kort door de bocht gegaan. Gomez en Bikker wijzen onder meer op de ‘gedwongen’ instellling van het College Arubaans financieel toezicht (Caft).

Bikker: “We hielden er uit ervaring rekening mee dat je bij testcases vaak moet doorprocederen tot de laatste instantie, maar hadden toch wel een meer inhoudelijke uitspraak van de Raad van State verwacht. We zullen de zaak gaan voorleggen aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.”

Hij hoopt dat er duidelijkheid komt voor de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen na die van maart 2017.

De Arubaanse advocaten Andin Bikker en Lincoln Gomez – foto: Pieter Hofmann.