Kinder- en jeugdpsycholoog Rhona Eustatius. Foto: Pieter Hofmann.

Kinder- en jeugdpsycholoog Rhona Eustatius – foto: Pieter Hofmann

ROTTERDAM – Opgroeiende jongeren met meerdere culturele achtergronden zijn extra kwetsbaar. Ze lopen meer risico op psychische en sociale problemen te ontwikkelen. Dat concludeert kinder-en jeugdpsycholoog Rhona Eustatius. Ze heeft ze een werkboek geschreven, ‘Het verhaal van mijn bestaan’, om hen op weg te helpen.

De gedachte is dat je door het vinden van je eigen – dubbele – culturele identiteit beter beschermd bent tegen gevoelens van bijvoorbeeld eenzaamheid, depressie en onmacht. Veel van de jongeren met een niet-Nederlandse culturele achtergrond zijn echter niet voldoende thuis in de ‘eigen’ cultuur. Eustatius: “Het is heel belangrijk om meer te weten van je achtergrond. Dat maakt het makkelijker om in de Nederlandse samenleving te functioneren.”

Eustatius (34) ondervond op haar eigen manier aanpassingsproblemen toen ze op 20-jarige leeftijd vanuit Curaçao naar Nederland kwam om te studeren. “Ik heb mezelf juist heel erg geïsoleerd, ik werd heel onzeker omdat dingen zo anders werkten in Nederland. Migratie is niet alleen verhuizen maar het kan heel veel gevolgen met zich meedragen – ook een of twee generaties later.”

Conflicten
Diezelfde vervreemding ervaren veel van haar cliënten ook, zegt ze. “Juist in de adolescentie, waarin de identiteit gaat ontwikkelen, worden ze geconfronteerd met normen van buitenshuis maar ook van binnenshuis. Daar kunnen conflicten ontstaan, bijvoorbeeld omdat ouders en kinderen elkaar niet begrijpen omdat ze andere normen en waarden nastreven.”

Dialoog
Als de betreffende (groot)ouders en jongeren elkaars normen en waarden zouden uitspreken, zou er een dialoog en een mogelijke oplossing ontstaan. Daar begint een oplossing, redeneert Eustatius. “Dat begint met je familiegeschiedenis te onderzoeken. Van daaruit wordt je je bewust hoe je verbonden bent aan je cultuur en wordt je ingebed in de cultuur van herkomst.”

Niet elke kloof tussen verschillende generaties met eigen normen en waarden is te overbruggen, erkent ook Eustatius. Het is lastig als ouders star vasthouden aan de thuiscultuur. “Het hangt ook van andere factoren af, maar erover praten is een start.”

Familiegeschiedenis
Aan de hand van werkopdrachten wordt de jongere uitgedaagd zijn familie te bevragen over hun verleden en familiegeschiedenis. Eustatius: “Door verhalen wordt je identiteit geconstrueerd. Ik beoog ook dat degene die met het boek werkt, ontdekt dat er verschillende perspectieven zijn.”

Die verschillende perspectieven brengen ook weleens pijnlijke waarheden aan het licht. Niet alle ouders wilden in Nederland blijven, maar een terugkeer werd eerst uit- en later afgesteld. Eustatius: “Vaak willen ze terug, maar zijn de kinderen meer verbonden met Nederland. De jongeren voelen die onbewuste pijn van hun ouders aan, maar kunnen het niet plaatsen terwijl het soms van generatie op generatie overgedragen wordt.” Belangrijk is dat zowel de jongeren als hun (groot)ouders zich hiervan bewust worden.

“Als ik naar mezelf kijk: het is normaal dat je na de middelbare school in Curaçao naar Nederland gaat om verder te studeren. Ik heb gezien dat het nog een stap is om naar het buitenland te gaan en in twee culturen te leven. Pas tijdens de opleiding transculturele systeemtherapie begon ik mijn eigen migratieproces te begrijpen.”

Rhona Eustatius studeerde psychologie in Leiden, momenteel is ze transcultureel systeemtherapeut in opleiding. Ze werkt als kinder- & jeugdpsycholoog voor i-Psy De Jutters en voor het Centrum Jeugd en Gezin in Den Haag.

Door Pieter Hofmann