jeugdzorg

Cover foto Rapport Inspectie Jeugdzorg

HILVERSUM – De Voogdijraad BES is op Bonaire voldoende en op Sint Eustatius matig. Op Saba is de situatie zelfs zorgelijk. Dat vindt de Inspectie Jeugdzorg in een rapport over uitvoering van de civiele taken door de Voogdijraad.

In het rapport houdt de inspectie er rekening mee dat het ‘Kwaliteitskader van de Voogdijraad Caribisch Nederland’ (kortweg: kwaliteitskader) pas in 2015 is ingevoerd. Dat is volgens de inspectie te recent om nu al te verwachten dat alles volgens het kwaliteitskader uitgevoerd wordt. Met de invoering van een kwaliteitskader is wel een goede basis gelegd om de Voogdijraad te verbeteren, vindt de inspectie.

De Voogdijraad werkt met een kwaliteitskader om na te gaan of de organisatie goed functioneert. Het kwaliteitskader stelt normen op voor onderzoek naar wat kinderen nodig hebben voor een goede ontwikkeling, en of kinderen (fysiek) veilig opgroeien. Verder beoordeelt het kwaliteitskader of de Voogdijraad cliënten de ruimte geeft om voor zichzelf op te komen, en een gedegen organisatie voert.

Zorgen over Saba
Op Saba is geen onderzoek gedaan omdat het kwaliteitskader daar nog was niet ingevoerd. De enige raadsonderzoeker werkte ten tijde van het onderzoek pas een maand bij de Voogdijraad, en is inmiddels alweer vertrokken. De Inspectie Jeugdzorg is bezorgd, staat in het rapport.

Matige onderzoekskwaliteit
Een taak van de Voogdijraad is om onderzoek te doen naar gezinnen waar problemen zijn. Op Sint Eustatius zijn die onderzoeken van onvoldoende kwaliteit, volgens de inspectie. De onderzoeken zouden binnen 75 dagen afgerond moeten zijn, maar duren in de praktijk 115 dagen. Dat is volgens de inspectie riskant, omdat een onderzoek pas ingesteld wordt als vrijwillige hulpverlening niet meer helpt. De Voogdijraad zit te weinig bovenop het onderzoek en gaat er vanuit dat zorgelijke signalen wel gemeld worden door de school.

Professionals houden matig zicht op de veiligheid van kinderen, vindt het rapport. “De Voogdijraad vraagt niet expliciet aan anderen (bijvoorbeeld school, politie, familie) om zicht te houden op de veiligheid van het kind en de Voogdijraad te informeren in geval van zorgelijke signalen.” Afspraken met hulpverleners staan niet in de dossiers en zijn oncontroleerbaar.

De veiligheidssituatie van een onderzocht kind wordt niet ingeschat volgens vaststaande criteria. Twee kinderen kunnen dus in dezelfde omstandigheden leven en toch anders beoordeeld worden. Wel worden huisbezoeken gedaan tijdens beschermingsonderzoeken.

Klachten
Ook ouders kunnen betrokken raken in een onderzoek van de Voogdijraad. Hebben de ouders een klacht, dan kunnen ze die aan een onafhankelijke commissie voorleggen. Maar dat wordt ze niet verteld door de Voogdijraad. De klachtencommissie is onderdeel van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), maar op de RCN-website is daarover niks te vinden.

Stroeve samenwerking
Bij de Voogdijraad van Sint Eustatius loopt de samenwerking met andere organisaties in de hulpverleningsketen stroef. Afspraken waarop de Voogdijraad zich beroept, zijn volgens de inspectie niet altijd bekend bij de partners. Problemen in de samenwerking worden niet serieus genomen en er wordt te weinig aan gedaan, vindt de inspectie.

Eindoordeel
De Voogdijraad op Bonaire presteert beter dan op Sint Eustatius. Bonaire scoort op zes van de in totaal elf onderdelen een voldoende. Sint Eustatius heeft maar drie onderdelen op orde.

Civiele taken
• Beschermingsonderzoeken
• Bemiddeling en totstandkoming van de kinderalimentatie
• Voogdij en gezag zaken
• Omgang en gezag na scheiding
• Adoptie en afstammingsvragen

Door: Pieter Hofmann