Zetel in de Tweede Kamer. Foto: Risastla.

Zetel in de Tweede Kamer – foto: Risastla

DEN HAAG – In het Franse parlement zijn de overzeese gebieden direct vertegenwoordigd. Van de 577 parlementariërs zijn er 23 verkozen om deze gebieden een stem te geven. De voorzitters van de Bestuurscolleges van Caribisch Nederland lopen er echter niet warm voor.

Clark Abraham, gedeputeerde van Bonaire, is sceptisch. Hij wil liever de Haagse politiek naar Bonaire brengen in plaats van andersom. “Wat zou de toegevoegde waarde zijn? Het is niet de oplossing als één van de 150 Kamerleden iets schreeuwt namens de eilanden, terwijl negen eilandsraadleden de belangen van Bonaire behartigen. Ik zou zeggen: draai het om. Wetten die het eiland aangaan, moeten – indien de raad dat nodig acht – voor de eilandsraad gebracht worden. Politics are local.”

Goede lobbyist
Reginald Zaandam, gedeputeerde van Sint Eustatius, is het niet eens met Abraham dat wetten nu niet langs de Eilandsraad gaan. “Dat hebben we in principe al. Het zou inderdaad qua aantal niet veel verschil maken, maar je hebt dan wel een directe inbreng. Zeker als je daar een goede lobbyist neerzet, zou dat heel goed zijn.”

Grondwet wijzigen
Zaandam schat de kansen niet groot in dat er een BES-zetel komt, of een zetel per eiland. “Ik zou het verwelkomen als goede start als de eilanden zichzelf konden vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. Maar ik zie het de komende tien, vijftien jaar niet gebeuren. Je moet er de Grondwet voor veranderen, dat duurt twee kabinetsperiodes.”

Gedeputeerde Chris Johnson (Saba), die vorige week voorstelde om een BES-raad op te richten, ziet weinig in het Franse model. “De BES-raad zoals ik die voor me zie, heeft daadwerkelijk bevoegdheid en dat werkt beter. Bovendien, hoe moet één politicus drie eilanden met verschillende politieke geluiden vertegenwoordigen?”

Onderlinge verschillen
Johnson betoogt dat de eilanden onderling verschillen, bijvoorbeeld in bevolkingsomvang. “Wat is de kans dat een Sabaan ooit op die zetel terecht komt? Dat zal praktisch altijd een Bonairiaan zijn. Daarmee gaan we terug naar praktijken van de Antillen”, verwijst hij naar de toenmalige sleutelpositie van Curaçao.

De Sabaan heeft tenslotte zijn bedenkingen of een BES-zetel de Koninkrijksdelen dichter bij elkaar zou brengen. “Ik denk dat een dergelijk Kamerlid een enorm stigma krijgt, dat de andere Kamerleden iets hebben van: o ja, de BES. Je moet op het Franse deel van Sint Maarten gaan vragen of ze het goed vinden werken. Ik denk van niet. En ik weet ook niet of zij zich echt deel van Frankrijk voelen.”

Door Pieter Hofmann