Daniella Pengel van FMA gaat regelmatig met Chris naar de kerk - foto: Anneke Polak

Daniella Pengel van FMA gaat regelmatig met Chris naar de kerk – foto: Anneke Polak

WILLEMSTAD – Via een neef kwam Chris met marihuana in aanraking. Hij probeerde het eens en vond het lekker. Maar het gebruik veranderde als snel in misbruik en enkele jaren later was hij verslaafd. Hij ging drugs op straat verkopen om zelf weer aan geld te komen.

De nog maar negentienjarige Chris is sinds een paar maanden weer ‘clean’, maar dat ging niet zomaar. Hij stopte met school en werd opgevangen bij stichting Accretio, een begeleidingscentrum voor jongeren met complexe gedragsproblemen. Vanuit die stichting werd hij doorverwezen naar de verslavingszorg Fundashon Maneho i Adikshon (FMA). Sindsdien is Daniella Pengel van FMA in zijn leven. “We hebben de hele dag contact, via Whatsapp, ping, Facebook Message. Zij is een hele goede vriendin voor me.”

Een reportage door Anneke Polak

Op zo’n intensieve manier contact houden is nodig bij jongeren met een verslaving, vertelt Pengel. “We hebben een goede vertrouwensrelatie nu. Dat is nodig. Van de tien jongeren die we van hun verslaving af helpen kun je zeggen dat zeker de helft na een jaar een terugval krijgt. De omgeving is een hele grote risicofactor hierin. Je kunt ze helpen om te stoppen en zij veranderen wel, maar hun omgeving verandert niet.”

Risicofactor
Zorgmanager Rosane Faries van FMA bevestigt dat het gezin waarin jongeren opgroeien een risicofactor kunnen zijn, de mate waarin jongeren hecht zijn met de familie speelt een rol. Ook de wijk waarin jongeren opgroeien en de school waar ze op zitten. “De gemiddelde leeftijd waarop jongeren starten met marihuana is als ze dertien of veertien jaar zijn en op het voortgezet onderwijs zitten. De controles op school worden steeds beter. Waar niet op drugsgebruik gecontroleerd wordt, komt het veel meer voor.”

De echte verslaving komt gemiddeld als de jongeren zestien jaar zijn en ze niet meer kunnen slapen zonder marihuana te roken. Ook zijn vrienden spelen hierbij een belangrijke risicofactor. “Je kunt in een goede wijk wonen en een hechte band met je familie hebben, maar toch de verkeerde vrienden hebben en daardoor blijven gebruiken”, zegt Faries.

Sterk sociaal netwerk
De taak van FMA is dan ook om deze verslaafde jongeren aan een goed sociaal netwerk te helpen, zodat ze na het afkicken niet terugvallen in oude gewoontes. Chris is inmiddels verhuisd van Otrobanda naar de wijk Brievengat, waar hij bij een oudere neef woont. Hij volgt een opleiding tot timmerman, en droomt hij van een eigen kapperszaak. “Zijn neef, oma, tante en moeder doen nu goed hun best om hem zo strak mogelijk te houden maar ook zijn vrijheid te geven. Ze helpen hem om zijn doelen te bereiken, hij heeft een sterk sociaal netwerk dat hem op het goede spoor kan houden en kan motiveren”, vertelt Pengel.

 
Zij verwacht dan ook niet dat Chris nog een terugval zal krijgen. Chris lacht. “Ik ben er echt klaar mee. Heel af en toe verlang ik nog wel eens naar een joint, maar dan ga ik wat anders doen of rook ik een sigaret.” De komende twee maanden krijgt hij nog nazorg, het intensieve gedeelte van elke week testen is voorbij. En na die tijd? “Als er wat is kunnen ze me bellen en sta ik voor ze klaar.”

 
Door Anneke Polak