Voorstelling Aan Niets Overleden - foto: Sam Jones

Voorstelling Aan Niets Overleden – foto: Sam Jones

AMSTERDAM – Omdat ze er niet over willen praten, juist daarom moeten alle Antillianen en Surinamers deze voorstelling zien. Dat zegt Raymi Sambo bedenker van de taboedoorbrekende voorstelling ‘Aan niets overleden’.

Het stuk gaat over hoe Caribische Nederlanders omgaan met homoseksualiteit en met een ziekte als aids.

Reportage over Aan Niets Overleden van Sam Jones

Het verhaal gaat over een Caribische moeder die haar ernstig zieke zoon voor de buitenwereld verborgen houdt. Sambo: “Ze trekt allerlei leugens uit de kast om haar kind te beschermen”. De zieke zoon heeft aids, maar dat wordt pas later in de voorstelling gezegd, of beter: geschreeuwd. Dat het zo lang duurt, geeft aan hoe groot het taboe is in Antilliaanse en Surinaamse kring. Praten over een enge ziekte als aids, dat doe je niet in het openbaar.

Bizar
Sambo is behalve bedenker, ook producent, regisseur en een van de acteurs van het stuk. De titel van de voorstelling ‘Aan niets overleden’ heeft hij van documentairemaker André Reeder, die achttien jaar geleden een film maakte met dezelfde titel. Dat waren persoonlijke verhalen van Surinamers die besmet waren. Reeder kwam aan de titel omdat een moeder van een aidspatiënt in de film over haar gestorven zoon zegt “Hij is aan niets overleden!”

Sambo kwam op het idee door ervaring op zijn geboorte-eiland Curaçao. “We kenden iemand waarvan we dachten ‘die wordt homo’. Jaren later werd hij homo… en toen ook ernstig ziek. Via via hoorde ik dat hij aids zou hebben.” Een jaar later bleek hij van de aardbodem verdwenen te zijn, zonder dat iemand daarover sprak. Sambo, die bekend is van televisieseries als Spangas en All Stars, vindt het een bizar gegeven en heeft deze ervaring aangegrepen om er zelf een stuk over te schrijven.

Ernstig
Hoe staat het er tegenwoordig voor met het taboe rond hiv/aids en soa onder Caribische Nederlanders? Volgens tropenarts Melissa Diaz is ‘de situatie op het gebied van hiv vrij ernstig’. Er zijn veel Surinamers en Antillianen die hiv hebben. Hoeveel, dat kan Diaz, die ook gezondheidszorgadviseur is toegespitst op seksuele gezondheid, niet goed hard maken. “We weten niet hoeveel mensen zich getest hebben”, zegt ze. “Ik weet wel dat er zevenhonderd Caribische Nederlanders voor hiv-behandeling bij een ziekenhuis zijn geregistreerd.” Maar dan is het vaak al bijna te laat. “Waarschijnlijk is dat aantal veel groter en zijn veel mensen zich er niet bewust van dat ze besmet zijn.” Volgens Diaz laten relatief veel Antillianen zich niet testen omdat er een taboe op rust.

Het publiek bij de try out is geraakt door de voorstelling, hoewel er ook gelachen wordt. Voor een oudere Surinaams-Antilliaanse vrouw is het stuk heel herkenbaar. “Ik heb het in mijn eigen familie meegemaakt.” Ze vertelt over een jongen die overleed – ‘ik zal niet zeggen wie’ haast ze zich te zeggen. Niemand durfde te vertellen waaraan hij overleden was. Zelfs zijn eigen vriend moest in de krant lezen dat hij was overleden. “Ze hebben het tot de dood verzwegen.”

Taboe
De voorstelling is de komende maanden in verschillende theaters in Nederland te zien. Sambo: “Met dit stuk wil ik het taboe bespreekbaar maken voor Antillianen en Surinamers. En voor witte mensen dat ze leren hoe onze cultuur in elkaar steekt.” Met zijn moeder, die op Curaçao woont, kan hij er niet over praten. “Voor veel mensen is praten over homoseksualiteit een taboe. Accepteren prima, maar laten we het er niet over hebben. En juist daarom moet het ook in Suriname en en op de Antillen op de planken.” De voorstelling gaat vrijdag 26 september in première in het Bijlmerpark theater in Amsterdam en trekt daarna het land door.

Door Sam Jones