Van Laar, Hachchi, Van Raak, Litjens en Van Toorenburg tjdens met Plasterk debat op 10 april - foto: Jamila Baaziz

Van Laar, Hachchi, Van Raak, Litjens en Van Toorenburg tijdens debat met Plasterk op 10 april – foto: Jamila Baaziz

DEN HAAG – Nederland wil minder bestuurlijke druk voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Om daarvoor te zorgen krijgt de nieuwe Rijksvertegenwoordiger meer bevoegdheden en krijgen de eilanden meer zeggenschap bij het maken van afspraken over nieuwe regels en wetten vanuit Nederland.

Dat is vandaag afgesproken tijdens een debat in de Tweede Kamer.

Minister Plasterk in gesprek met Jamila Baaziz

Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaat een aantal zaken veranderen naar aanleiding van het rapport van Inspectie, Signalering, Begeleiding, dat kritisch oordeelde over het functioneren van de coördinatie van het rijksbestuur van Caribisch Nederland. Zo komen er op redelijk korte termijn meerjarenprogramma’s voor de eilanden. Daarin wordt vastgelegd welke zaken op welke termijn aangepakt gaan worden. Deze plannen gaan de Nederlandse ministeries samen maken met de eilandsbesturen en de nieuwe Rijksvertegenwoordiger.

Keuzes
De belangrijkste inhoudelijke keuzes voor nieuwe regels moeten gemaakt worden aan de Caribisch Nederland-tafel. Deze bijeenkomst van topambtenaren van alle betrokken ministeries in Nederland vindt – nu ook al – maandelijks plaats. Nieuw daarbij is dat alle plannen voortaan ook aan de Rijksvertegenwoordiger voorgelegd moeten worden. Die krijgt meer zeggenschap, omdat hij voorstellen die niet geschikt of haalbaar zijn kan gaan terugsturen. Dit op voorstel van PvdA’er Roelof van Laar.

Wat niet verandert is dat elk ministerie verantwoordelijk blijft voor het eigen beleid. De Rijksvertegenwoordiger moet wel meer gaan overleggen met de afgevaardigden (liaisons) van diverse ministeries in Caribisch Nederland.

Rijksvertegenwoordiger
De zorgen over de rol van de Rijksvertegenwoordiger zorgen voor een verhit begin van het debat. Wassila Hachchi van D66 wil al maanden over die zorgen spreken en vraagt Plasterk om opheldering over het achterhouden van het ISB-rapport. Zij wil ook weten waarom Plasterk niet heeft opgetreden tegen de zwaar bekritiseerde Rijksvertegenwoordiger Wilbert Stolte. SP’er Ronald van Raak valt haar bij in haar aanval op de minister. Plasterk houdt het hoofd echter koel en laat weten dat hij precies de procedure heeft gevolgd die was afgesproken.

De minister zegt ook dat hij na zijn aantreden al snel doorhad dat de Rijksvertegenwoordiger niet goed functioneerde en diverse gespreksrondes met hem gehad heeft. Hij liet daarbij doorschemeren dat die gesprekken wellicht bijgedragen hebben aan het opstappen van Stolte, die per 1 mei aftreedt. Voor de zomer moet er een nieuwe Rijksvertegenwoordiger zijn. “Het is een lastige rol, waarbij niet alleen de bevoegdheden belangrijk zijn, maar ook het profiel van de persoon”, aldus Plasterk.

Lossere aansturing
Bonaire, Saba en Sint Eustatius zouden volgens VVD en SP waarschijnlijk beter af zijn als de lokale bestuurders meer zeggenschap hebben over het oplossen van praktische problemen. “Is het efficiënt om de kleinste, meeste lokale gemeenten van Nederland op de meest abstracte manier met de logge rijksoverheid te besturen?”, vraagt Van Raak zich hardop af.

Het antwoord op die vraag is een belangrijk onderwerp van de evaluatie van de staatkundige vernieuwing en wordt daarom nu niet behandeld. Wel is duidelijk dat de roep vanuit de eilanden om minder bestuurlijke druk en regels en meer vrijheid om eigen keuzes te maken steeds meer gehoor vindt in de Tweede Kamer.

Sociale voorzieningen
Wederom blijkt tijdens het debat dat het voorzieningenniveau in Caribisch Nederland nooit helemaal op hetzelfde niveau zal komen als dat in Nederland. Plasterk: “Dat is ook nooit zo afgesproken. Voor de zorg en onderwijs geldt het bijvoorbeeld wel, maar niet voor de sociale zekerheid zoals uitkeringen en het minimumloon. Dat zou niet goed zijn voor de economieën van de eilanden.”

Ministerie
In de rapporten wordt ook het functioneren van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zelf kritisch beoordeeld. Ambtenaren zouden te weinig begrijpen van de bijzondere situatie in de Cariben en teveel Nederlandse regels willen doorvoeren. Plasterk denkt met de aanstaande veranderingen ook hierin een verbeteringsslag te slaan: “De coördinatie zal een stuk beter worden door de inzet van de secretaris-generaal van het ministerie en de veranderingen die we nu doorvoeren rond de versterking van de positie van de Rijksvertegenwoordiger. En de ambtenaren hebben ook veel goede dingen gedaan, maar ik vind wel dat er nu, na een paar jaar, meer bestuurlijke rust nodig is.”

Door Jamila Baaziz