Jean-Ives Martijn, Susanne van Paridon en Chris Dalnoot

Jean-Ives Martijn, Susanne van Paridon en Chris Dalnoot

ZWOLLE – “Ik hoop dat mensen hierdoor anders naar Antillianen gaan kijken”, zegt de Bonairiaanse student Jean-Ives Martijn, na het zien van de overzichtstentoonstelling Tropisch Koninkrijk.

“Zodat ze beseffen dat Antillianen ook een goed hart hebben en niet alleen slechte dingen doen.” Samen met Chris Dalnoot, een Curaçaose vriend, wordt hij rondgeleid door museum de Fundatie in Zwolle.

Reportage Tropisch Koninkrijk van Jamila Baaziz

Het is de allereerste keer dat Human Resource-student Martijn en afgestudeerd ICT’er Dalnoot een museum bezoeken, maar de twee begrijpen de Caribische kunst onmiddellijk en herkennen er veel in. “Ik kan me goed voorstellen vanuit welk gevoel de kunstenaars hun werk gemaakt hebben”, zegt Martijn. En sommige kunstenaars, zoals Yubi Kirindongo blijken bekend: “Zijn autobumperkunst zie je op Curaçao op diverse plekken”, weet Dalnoot.

Inzichten
De 130 werken van de expositie geven een goed beeld van de hedendaagse Caribische kunst. En de werken leiden voor Nederlanders ook tot nieuwe inzichten over de eilanden, merkt museumdocent Susanne van Paridon tijdens de rondleidingen die ze geeft. “Veel mensen hebben geen idee wat daar gaande is.”

Tijdens de rondleiding leidt Van Paridon Martijn en Dalnoot langs een groot scala aan kunst: van de nevelige jungle van Saba op de aquarellen met cicade-geluiden van Heleen Cornet, tot de pijn die de 100 procent controle op Schiphol met zich meebrengt in een werk van de Arubaanse Glenda Heyligers met Caribische dartpijlen, een naakte vrouw met een paspoort op haar achterwerk en een doorsnede van een maag.

Ervaringen
Alle kunstwerken leveren herkenning op bij Martijn en Dalnoot en doen vaak ook aan eigen ervaringen terugdenken: “Ik ben ook wel een eens extra gecontroleerd op Schiphol, omdat ik toevallig twee maanden eerder met mijn moeder voor een ziekenhuisbezoek naar Colombia was geweest”, zegt Dalnoot. “Je weet gewoon dat het gaat om mensen met een donkere kleur”, aldus Martijn. “En dat is in dit werk glashelder.”

De Caribische Zwollenaren horen de uitleg van hun gids gretig aan en -uitgenodigd door haar – vullen ze haar hier en daar zelfs aan zodat een wisselwerking en dialoog ontstaat tijdens de rondleiding. Zo vertellen de Caribische Zwollenaren haar dat de wabi boom waarmee kunstenaar Herman van Bergen zijn doornenkunst maakt in bloeitijd groene bladeren draagt en dus niet altijd zo grauw en bruin oogt als in het kunstwerk. Martijn: “Ik beschouw deze boom als een van de wapens van de natuur. Als een geit wordt aangevallen door honden of mensen kan hij er snel doorheen vluchten.” Van Paridon: “Aha, hij beschermt dus ook.”

Aan het eind van de rondleiding zijn de heren blij met hun eerste museumervaring. “Het is mooi om te weten dat er in Nederland belangstelling is voor Caribische kunst”, aldus Martijn. “Dat is een verrassing. Het zou mooi zijn als de beeldvorming van Antillianen er beter door wordt.”

Door Jamila Baaziz