ORANJESTAD – Het rapport van Rijkswaterstaat, opgesteld naar aanleiding van een incident bij de NuStar Statia Terminal waarbij op 20 oktober 2012 olie in zee terecht is gekomen, is op St. Eustatius met gemengde gevoelens ontvangen.

De gebroken olieleiding wordt voor inspectie afgevoerd. Foto / Statia Safe and Sound

Rijkswaterstaat concludeerde in zijn rapport dat niet altijd even snel en adequaat op het ongeval is gereageerd.


Door een breuk in een slang waarmee olie in en uit bezoekende tankers wordt gepompt, stroomde gedurende anderhalf uur olie in zee.  Het ongeval vond plaats rond drie uur in de vroege ochtend. Hoewel NuStar al na 15 minuten een onderzoek begon, werden pas na bijna anderhalf uur alle activiteit op het laadstation gestaakt. Duikers vonden het gat rond half negen en twee uur later kon het worden afgesloten.

De gebroken slang werd in beslag genomen door het Openbaar Ministerie en onderzocht. De slang bleek te zijn beschadigd door de schroef van een vaartuig. Na het ongeval zouden op Saba en op open zee bij de Saba Bank oliesporen zijn aangetroffen.

Inspecteurs van Rijkswaterstaat toonden weliswaar begrip voor het feit dat het ongeluk gebeurde in de nachtelijke uren en door het beperkte zicht een snelle respons werd verhinderd, maar ze waren niettemin kritisch over het feit dat pas ruim vier uur na het incident maatregelen werden genomen om de vervuiling te bestrijden en verdere verspreiding te voorkomen.

Het in de Amerikaanse staat Texas gevestigde NuStar stelt dat het onmiddellijk, adequaat en verantwoord heeft gereageerd en alle personeel en middelen heeft ingezet om de olievervuiling binnen de perken te houden en de olie op te ruimen in samenwerking met de overheidsinstanties op Statia, zo liet het bedrijf in een email-bericht weten.

Het olieoverslagbedrijf werkte nog maar enkele weken onder een nieuwe hinderwetvergunning. Er werd nog niet op alle punten aan de bepalingen op het gebied van veiligheid voldaan. Er zullen sancties worden opgelegd indien er voor 1 februari 2014 nogmaals overtredingen worden geconstateerd, aldus Rijkswaterstaat.

Gedeputeerde Koos Sneek was positief over het rapport. “Ik denk dat het duidelijk is gemaakt aan NuStar dat de regels worden toegepast en dat er vanaf nu van het bedrijf wordt verwacht adequaat op te treden bij zulke calamiteiten. Het lijkt mij duidelijk uit het rapport dat in de toekomst er wel degelijk (financiële) sancties zullen worden opgelegd en dat traag optreden niet meer wordt getolereerd,” zei Sneek.

Statia Safe and Sound Foundation volgt de handel en wandel van NuStar, de grootste werkgever op het eiland, kritisch. “Een rapport zonder stappen en maatregelen die genomen worden op grond van de conclusies van dat rapport had net zo goed niet geschreven hoeven worden. Alles draait om opvolging en handhaving. Je kunt nog zoveel regels en voorschriften hebben, als die niet gehandhaafd worden dan zijn die regels er alleen maar om achteraf een schuldige aan te wijzen, terwijl de getroffenen met de schade (of erger) blijven zitten.”

Wat dat betreft is het goed dat de olieterminal op Statia gecontroleerd wordt door Rijkswaterstaat in Nederland, waar ze net harde lessen hebben geleerd voor wat betreft handhaving en laksheid met de ramp in Moerdijk en de gedwongen sluiting van de Odfjell oil terminal in Rotterdam.

Allebei voorbeelden van situaties die ontstonden door laksheid bij de naleving en controle door de overheid, inclusief controle-instanties. “Ik ga er van uit dat Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur & Milieu, waarvan Rijkswaterstaat deel uit maakt, daarvan hebben geleerd en zulke incidenten niet nog eens willen laten gebeuren, ook niet op Statia,” zegt Safe and Sound voorzitter Walter Hellebrand.

Deze organisatie vindt het teleurstellend dat het als een vergoeilijkende factor wordt gebruik dat het lek ‘s nachts optrad. “Met andere woorden: een olieramp ‘s nachts is gewoonweg vette pech. Jammer maar niets aan te doen? Deze keer was het een bescheiden olielek, maar dat kan bij een volgend lek ‘s nachts heel anders zijn. Als een lek in het donker niet beheersbaar is, dan moet er na zonsondergang simpelweg geen olie door de Floating Hose Station stromen,” zegt Hellebrand.

In het rapport staat niet aangegeven welke maatregelen genomen worden om beschadigingen aan olieleidingen in de toekomst te voorkomen. “NuStar geeft aan dat er restricties moeten komen voor toegang door boten van recreanten, duikscholen en vissers tot de laad- en loszone. Ze hebben de havenmeester van St. Eustatius daarom gevraagd. Verder gaan ze lichten installeren om aan te geven waar de leidingen in zee liggen en waar de noordelijke grens van de laad- en loszone ligt. Volgens de havenmeester is dit allemaal nog “in progress” terwijl de vervaldatum al vier maanden verstreken is,” aldus Hellebrand.

Door: John van Kerkhof