Voorzitter van het College, Laurien Kosteraan en UNICEF Nederland directeur Jan Bouke Wijbrandi. Foto: UNICEF

WILLEMSTAD – De Nederlandse overheid moet meer werk maken van kinderrechten in Caribisch Nederland. Dat betoogt het College voor de Rechten van de Mens in zijn advies ‘Gelijke behandeling bij de toepassing van het Kinderrechtenverdrag in Caribisch Nederland’, dat het vandaag presenteerde. Jan Bouke Wijbrandi, directeur van UNICEF, nam het advies in ontvangst van de voorzitter van het College, Laurien Koster.

Het gelijkheidsbeginsel geeft de Nederlandse overheid ruimte om de kinderrechten op een andere manier te realiseren dan in Europees Nederland. Maar de minimumnormen zoals het recht op onderwijs, gezondheid en bescherming tegen kindermishandeling, moeten in ieder geval gewaarborgd worden, zo adviseert het College.

Fundashon Bos di Hubentut, de stichting die zich richt op preventie van kindermisbruik, erkent dat er meer werk gemaakt moet worden van de kinderrechten op de eilanden. De stichting die zich tot voor kort alleen richtte op Curaçao, is nu gevraagd door de andere vijf eilanden om daar een grootschalige preventiecampagne te starten, wat de naam ‘Ku ki Derechi’ (Met welk recht) heeft gekregen.

Suitberta Romero en Jeanella Wall Foto: Leoni Leidel-Schenk

Kinderschoenen
Jeanella Wall, projectleider van Ku ki Derechi en Suitberta Romero, maatschappelijk werker bij het project, zijn op verschillende eilanden geweest. Wall ging vorige maand naar St.Maarten, waar nu een concreet plan is opgezet om kindermisbruik aan te pakken: ‘Voice of the Youth’. “Het staat echt in de kinderschoenen. Op St.Maarten, St.Eustatius, Saba en Aruba is er weinig tot geen preventie en informatie over kindermisbruik beschikbaar”, vertelt Wall. Toen zij naar St.Maarten vloog, was ze niet van plan om naar St.Eustius en Saba te gaan. Maar de eilanden benaderden Bos di Hubentut met de wens om ook een campagne daar te starten.

Incestnest
“We wilden niet naar Saba, niet naar het ‘incestnest’”, zegt Wall. “Je ziet de jarenlange incest terug in de bevolking van Saba, in de huidskleur, haren en ogen van de mensen. Maar professionals hebben ons verteld dat het nu een stuk beter is op Saba. Echter, hoe kleiner de samenleving, hoe groter het taboe.” Dit bevestigt Romero, zij woonde vier jaar lang op Bonaire waar ze als maatschappelijk werkster ouders seksuele voorlichting gaf. “Op Bonaire is de samenleving zo klein, dat je elkaar twee keer per dag tegenkomt. Iedereen weet dat er veel misbruik is en bevestigt tot ook, maar niemand praat er openlijk over. Het is een schande. Het brengt schande over je familie, daarom praten slachtoffers niet. Het is erg taboe.”

Koploper
Volgens Wall en Romero heeft Curaçao een koploperfunctie op het gebied van preventie van kindermisbruik. Wall: “op de andere eilanden zegt de overheid er mee bezig te zijn, dit betekent dat er ergens een document in een laatje ligt. In feite wordt er niets gedaan.” Bos di Hubentut hoopt dat het onderzoek van Unicef en het rapport van het College veel teweeg brengen, ook omdat de stichting eind mei geen geld meer ontvangt van AMFO en op zoek is naar fondsen.

Symposium
Dat kinderrechten op de eilanden in het gedrang komen, blijkt ook uit onderzoek door UNICEF Nederland naar de situatie op de BES-eilanden, Curaçao, Sint Maarten en Aruba. Dat onderzoek wordt gepresenteerd op 23 mei tijdens een symposium over de kinderrechtensituatie op de eilanden.

Door: Leoni Leidel-Schenk